donderdag 23 mei 2013

De Akelei




De akelei

Toen hij het kleine plantje vond, 
boog hij aandachtig naar de grond 
en dan, om wortels en om mos 
groef hij de fijne aarde los, 
voorzichtig – dat zijn hand niets schond.

Behoedzaam rondom aangevat 
droeg hij het langs het slingerpad 
van bos en akker voor zich uit, 
en schoof het thuis in ’t licht der ruit 
zoals hij het gevonden had.

Dan, fluitende en welgezind 
mengde hij zoekend eerst de tint; 
diepblauw en zwart ineengevloeid, 
met enk’le druppels rood doorgloeid, 
dat het tot purper samenbindt.

En uur aan uur trok stil voorbij; 
zó diep verzonken werkte hij, 
dat het hem soms was of zijn hand 
de vezels tastte van de plant – 
zo glanzend kwam de omtrek vrij.

Totdat het graaf te prijken stond: 
de wortels scheem’rend afgerond, 
het uitgesprongen groene blad 
scherp in zijn karteling gevat 
tegen de lichte achtergrond;

de bloemkroon purper violet, 
de hokjes om het hart gebed 
en boven de geknikte steel 
de honingsporen, het juweel 
vijfvlakkig: kantig neergezet.

In ’t vallend donker toefde hij 
nog dralend bij zijn akelei; 
dan, in het laatste licht van ’t raam 
schreef hij de letters van zijn naam 
en ’t jaartal glimlachend erbij.

Ida Gerhardt 
geschreven in 1940


we hebben ook nog roze akeleien,
maar die doen het minder goed.

groetjes
ria

3 opmerkingen:

curieuzeneuzemosterdpot zei

prachtig blog, met de foto's en het gedicht, ria!!

fijn weekend,

ank zei

super ........

Dominic zei

Dit is genieten Ria met een grote G
Een fijn weekend!