Zou hij de weg terug gevonden hebben?
Ik heb het mij zo dikwijls
afgevraagd.
Hij heeft een petje op en
draagt loopschoenen.
“Of wij de weg wisten?”
De weg, ja maar naar waar?
“Naar de grote baan”…zei
hij.
Volgens mij kwam hij van
de grote baan.
“Vraag het aan mijn man,”
zeg ik,
“die is hier beter bekend.”
“O ja, nu weet ik het
weer,” knikt hij.
“Ik doe dit vaak, bijna
elke dag”;
en resoluut draait hij een
laantje in.
“Die leidt toch niet naar
de grote baan,”
“Hij zal wel terugkomen”,
sust mijn man.
Inderdaad, 10 minuten
later is hij er weer.
Ik zit alleen op de bank.
De oude man draait op zijn
hielen,
180 graden rond, “ja, nu
weet ik het weer.”
En hij stapt de andere
richting van het laantje.
Wist ik maar eens welke
baan hij bedoelde?
Ik wil hem nog achterna
roepen,
“neem toch het pad langs
waar je gekomen bent.”
Maar ik vrees dat hij
zelfs niet meer weet
uit welke richting hij
kwam.
Inmiddels is hij reeds
verdwenen,
want zijn benen werken nog
goed mee.
“Waar is hij nu heen,”
vraagt mijn man.
Ik wijs in welke richting
hij verdwenen is.
Ik weet dat het een lange
weg is,
wij hebben die vroeger nog
gefietst.
Met wat geluk, komt hij zo
op een andere baan.
Ik vraag mij af van waar
hij komt
weet hij het zelf nog wel?
“Kom,” zegt mijn man, “we
fietsen verder.”
Op de terugweg zien we een
in het zwart geklede
jonge man, hij loopt hard
en is bezweet.
Hij kijkt onrustig rond
alsof hij iets zoekt.
Zou hij de oude man
zoeken?
Ik wil hem iets toeroepen,
maar hij is al voorbij
mijn man rijdt verder,
richting onze bestemming.
Ik haal hem in en zeg, “die
jongen was geen jogger,
zou hij op zoek zijn naar
de oude man?”
Ik had mijn hart moeten
volgen en mijn instinct,
en terugkeren in de
richting die beiden namen.
Ik hoop dat de jonge man,
de oude gevonden heeft,
Ik heb er dagen over
gepiekerd, en soms doe ik het nog.
ria – juni 2013
U kunt de foto's vergroten, door er op te klikken.