't Gebergte ligt
in de nacht verborgen,
maar d'hoogste toppen
zijn verlicht.
Zij zien het worden van
de morgen
in 't aangezicht.
Zo glinsteren
de kristallen tinnen
van mijne ziel
in Gods gelaat,
terwijl zij zelf in de nacht
der zinnen
verdronken staat.
En wijl zij smacht naar
't eeuwig flonkeren
zuigt zij zich vast
aan d'ijdelheid.
En angstig tussen licht
en donk'ren
vergaat mijn tijd.
O Heer, laat mij
het nog beleven
dat Uw genadig morgengoud
door gans mijn ziele
wordt geweven,
want ik word oud.
Felix Timmermans
in de nacht verborgen,
maar d'hoogste toppen
zijn verlicht.
Zij zien het worden van
de morgen
in 't aangezicht.
Zo glinsteren
de kristallen tinnen
van mijne ziel
in Gods gelaat,
terwijl zij zelf in de nacht
der zinnen
verdronken staat.
En wijl zij smacht naar
't eeuwig flonkeren
zuigt zij zich vast
aan d'ijdelheid.
En angstig tussen licht
en donk'ren
vergaat mijn tijd.
O Heer, laat mij
het nog beleven
dat Uw genadig morgengoud
door gans mijn ziele
wordt geweven,
want ik word oud.
Felix Timmermans