Dit vind ik al een wonder op zich,
natuurkundigen zullen er wel een verklaring voor hebben,
maar voor mij is het iedere keer
een Goddelijk Palet.
geen enkele nuance, dit blauw IS blauwsel-blauw!
"le plat pays"
schaapjes aan de hemel, niet in de wei !
Een vroege lenteochtend...dit is mijn favoriete blauw!
de avond kiest voor pastel
de eerste lichten gaan aan,
de zon koestert nog even het maïsveld
geen windje, geen zuchtje, de dag legt zich te ruste...
Slaap zacht
een nieuwe dag meldt zich schuchter aan...
de schilder mengt zijn kleuren...
weer goud van de partij, in deze vroege ochtendstond,
de herfst is het nieuwe jaargetij!
en...ochtendstond heeft GOUD in de mond.
speeltijd op het middaguur: "verstoppertje spelen"!
van achter mijn keukenraam...
Zonnelied door Sint Franciscus
(of Lofzang van de Schepselen)
1 Allerhoogste, almachtige, goede Heer,
van U zijn de lof, de roem, de eer en alle zegen.
2 U alleen, Allerhoogste, komen zij toe
en geen mens is waardig uw naam te noemen.
3 Wees geprezen, mijn Heer, met al uw schepselen,
vooral door mijnheer broeder zon
die de dag is en door wie Gij ons verlicht.
4 En hij is mooi en straalt met grote pracht;
van U, Allerhoogste, draagt hij het teken.
5 Wees geprezen, mijn Heer, door zuster maan en de sterren.
Aan de hemel hebt Gij ze gevormd, helder en kostbaar en mooi.
6 Wees geprezen, mijn Heer, door broeder wind
en door de lucht, bewolkt of helder, en ieder jaargetijde,
door wie Gij het leven van uw schepselen onderhoudt.
7 Wees geprezen, mijn Heer, door zuster water
die heel nuttig is en nederig, kostbaar en kuis.
8 Wees geprezen, mijn Heer, door broeder vuur
door wie Gij voor ons de nacht verlicht;
en hij is mooi en vrolijk, stoer en sterk.
9 Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster moeder aarde
die ons voedt en leidt,
en allerlei vruchten voortbrengt, bonte bloemen en planten.
10 Wees geprezen, mijn Heer, door wie omwille van uw liefde
vergiffenis schenken, en ziekte en verdrukking dragen.
11 Gelukkig wie dat dragen in vrede,
want door U, Allerhoogste, worden zij gekroond. (vgl. Apk 1,9-11)
12 Wees geprezen, mijn Heer,
door onze zuster de lichamelijke dood,
die geen levend mens kan ontvluchten.
13 Wee hen die in doodzonde sterven;
gelukkig wie zij in uw allerheiligste wil vindt,
want de tweede dood zal hun geen kwaad doen. (vgl. Apk 2,11; 20,6.14)
14 Prijs en zegen mijn Heer,
en dank en dien Hem in grote nederigheid.
foto's ria39