De vijver is oud,
dat ziet men als hij lacht
met duizend fijne rimpels.
Soms is hij ook van goud
als zon haar
ochtendwandeling maakt.
spelen honderden bloemen
verstoppertje met elkaar.
Het is de habitat
van zwanen, eenden, ganzen,
van vlinders, hommels, bijen.
"eeuwelingen" soms,
zien het jaar na jaar gebeuren.
Ze kennen alle geluiden,
ze snuiven alle geuren.
Lente deed alles ontwaken,
bracht schitterende kleuren,
klein grut dat werd geboren.
Nog kan je ze duidelijk horen.
waterlelies, drijven
als eilandjes op de vijver,
en tussenin, fier, met gestrekt nek,
paradeert een reiger.
de geuren, het bos, het hoge gras,
de schoonheid van de bloemen...
de schoonheid van de bloemen...
teveel om op te noemen..!
...Een late zon priemt door de bomen,
en plots zie ik herinneringen, als
uit een ver verleden komen...
uit een ver verleden komen...
kleine park, was heel bescheiden.
Niet ver van mijn ouderlijk huis,
fietste ik er dagelijks naar toe.
‘n eenzame bank, goed verstopt.
Vaak vond ik haar leeg, het was
dan ook daar, dat ik de mooiste
meisjesdromen, droomde.
zijn velen uitgekomen.
Wat heb ik toch geboft,
waaraan heb ik dat verdient?
ria