Distelvlinder (Vanessa cardui)
De distelvlinder is een trekvlinder, die bij ons te zien is vanaf mei tot oktober. Met zijn oranjebruine, gevlekte vleugels is hij niet te verwarren met andere vlinders.
Hoe kan je de distelvlinder herkennen?
De distelvlinder is 45 tot 60 mm groot. De bovenkant van de vlinder is oranje met bruine vlekken, zwarte vleugeltoppen en witte vlekken. De onderkant van de vleugels is lichtbruin, met een complexe tekening, een rozige zone en witte vlekken. De rups kan tot 35 mm groot worden en is lichtgrijs, donkergrijs of zwart. De rups kan gele of oranje vlekjes hebben en is bedekt met haartjes.
Wat eet de distelvlinder?
De distelvlinder is verzot op de nectar van onder andere akkerdistel en koninginnekruid. Wat eet de rups van de distelvlinder? De rupsen van de distelvlinder doen zich te goed aan akkerdistel, gewone klit en grote brandnetel, maar ook andere planten kunnen hen bekoren.
Waar leeft de distelvlinder?
De distelvlinder komt, behalve in Zuid-Amerika en Antarctica, over de hele wereld voor. Het is een trekvlinder; in het voorjaar trekt hij van Zuid-Europa of Noord-Afrika naar meer noordelijke gebieden. In België kan je de distelvlinder te zien krijgen vanaf half mei. Een deel van de vlinders planten zich hier voort, in een generatie die vliegt tussen eind juli en half september. Op nectarrijke plaatsen zitten soms tientallen of zelfs honderden distelvlinders samen. Tuinen, ruigten en bermen zijn hun favoriete biotopen. In de herfst trekken de jonge vlinders terug naar het zuiden om te overwinteren. Het overgrote deel van de oudere generatie vlinders is ondertussen gestorven, slechts enkelen geraken terug in het zuiden.
Hoe plant de distelvlinder zich voort?
De mannetjes van de distelvlinders beschermen een territorium, dat voornamelijk bestaat uit open zones met lage vegetatie, een ideale plaats om de eitjes af te zetten. De rups voedt zich met de waardplant. Na ongeveer een maand verpopt de rups zich en vliegt er een nieuwe generatie distelvlinders rond.
Weetjes over de distelvlinder
Distelvlinders overbruggen tijdens hun trek zo’n 5000 km op amper twee weken tijd. Aan deze zware tocht houden ze vaak sterk versleten vleugels over.
Vlinders zijn geen lang leven beschoren. Het komt bij de distelvlinder bijna nooit voor dat het individu dat de heenweg aflegt, ook de terugweg zal afleggen. De nakomelingen kunnen dus niet rekenen op de ouders om de terugweg naar het overwinteringsgebied mee af te leggen, ze moeten het alleen zien te redden.
Wat kan jij doen voor de distelvlinder?
1 opmerking:
zo'n trekvlinder heeft wat k op de teller staan Ria..
bijna niet te geloven dat ze dat aankunnen
prachtige foto's !
groeten
Een reactie posten